26 mei 2017
Het prijsverschil tussen twee concurrerende vliegtuigen die werden aangeboden als nieuw regeringsvliegtuig is geen 18 maar 2 miljoen euro.
Begin deze maand berichtte NRC
dat vliegtuigfabrikant Airbus een bod had gedaan voor een ACJ319 à 75 miljoen euro, inclusief belastingen.
Daarmee kwam dit toestel bijna 18 miljoen euro goedkoper uit dan de gekozen Boeing Business Jet, die 92,7 miljoen euro kostte.
In de prijs van Airbus ontbrak echter een toeslag van 21 procent btw die het ministerie van Infrastructuur en Milieu dient te betalen aan de Nederlandse Belastingdienst.
Voor Boeing geldt naast de btw een importheffing,
omdat het bedrijf buiten Europa is gevestigd.
Zonder deze belastingen kost de BBJ van Boeing 76,9 miljoen euro, 1,9 miljoen euro meer dan het toestel van Airbus.
De ontbrekende belastingtoeslag is bevestigd door Airbus,
na informatie hierover van demissionair minister Schultz (Infrastructuur en Milieu, VVD) aan de Tweede Kamer.
De aanbesteding van het nieuwe regeringsvliegtuig verliep niet zoals gepland. Geen van de vier inschrijvers voldeed aan de door het kabinet gestelde voorwaarden. Volgens Schultz zijn de biedingen getoetst op drie aspecten.
Boeing schoot tekort op één punt, Airbus op drie punten.
Volgens Schultz kon Airbus niet aantonen dat het bedrijf „ervaring heeft met het inbouwen van vip- of corporate vliegtuiginterieurs, zo nodig met gebruikmaking van een onderaannemer”.
Het kabinet wilde een ‘turnkey-levering’, met één verantwoordelijke opdrachtnemer voor vliegtuig en interieur.
Een woordvoerder van Airbus is verbaasd. „Airbus Corporate Jets heeft heel veel ervaring met het inrichten van bedrijfsvliegtuigen. We hebben circa 70 turnkeycontracten gesloten
, en we hebben samengewerkt met veel verschillende interieurbouwers.”
Boeing maakt voor het interieur van de BBJ gebruik van Fokker Technologies in Papendrecht.
In haar brief aan de Kamer wijst Schultz erop dat zij de inschrijvers begin februari heeft laten weten dat ze na de mislukte aanbesteding met één partij zou gaan onderhandelen.
Airbus heeft volgens de minister „haar rechten prijsgegeven” door over deze beslissing niet naar de rechter te gaan.
Volgens Airbus is een gang naar de rechter een zware stap, zeker voor de divisie die bedrijfsvliegtuigen maakt.
Die divisie is gebaat bij een goede verstandhouding met de cliënten.
Regeringen en rijke particulieren zijn gesteld op discretie, niet op juridische geschillen.